Vooral respondenten uit Noord-Holland zitten niet op hun plek. Zo heeft maar liefst een derde van hen het aan de stok gehad met zijn buur en schaamt 28 procent zich voor zijn buurt(genoten). Deze schaamte lijkt leeftijdsgebonden want hoewel 23 procent van de respondenten jonger dan vijftig jaar zich schaamt voor zijn buurt en/of buren, geldt dit onder de vijftigplussers slechts voor elf procent. “Een gezonde burenrelatie bestaat uit goed contact en duidelijke afspraken”, zegt Peter Abrahamse van Kadasterdata.nl. “Als deze band er is, zijn bijvoorbeeld overhangende takken of een schutting een paar centimeter over de erfgrens geen reden voor een conflict. Mocht hier wel onenigheid over ontstaan, dan kun je dit meestal samen op een normale manier oplossen.”

Burenruzies zijn niet alleen op te lossen, ze zijn volgens een aanzienlijk deel van de respondenten ook te voorkomen. Zo stelt dertien procent van hen dat zij ergens anders waren gaan wonen als zij van tevoren hadden geweten wie hun buren werden. Het onderzoek wijst verder uit dat Nederlanders inderdaad naar deze voorkennis handelen: zestien procent van de ondervraagden liet weleens een geschikt huis aan zich voorbij gaan vanwege de buurtbewoners. Vooral mannen jonger dan dertig jaar (34 procent) zochten verder na kennismaking met de buurt. Onder vrouwelijke zestigplussers bedraagt dit percentage slechts zes procent. Abrahamse: “Je woonomgeving is net zo belangrijk als de woning zelf. Het is daarom opmerkelijk dat hier tijdens het koopproces zo weinig aandacht voor is. Natuurlijk kunnen kopers zelf op onderzoek uitgaan, maar makelaars zouden hier ook een actievere rol in kunnen nemen.”

Dat het koopproces voor verbetering vatbaar is, blijkt ook uit het onderzoek. Maar liefst de helft van de respondenten stelt dat er tijdens dit proces te weinig aandacht wordt besteed aan wie de buren zijn. Dit werkt overigens twee kanten op: 34 procent van de Nederlanders wil graag meer inspraak in wie zijn toekomstige buren worden. Vooral dertigers wensen verbetering in het koopproces (61 procent) en meer invloed op wie er naast hen komt wonen (46 procent), tegenover slechts 23- en 39 procent onder de zestigplussers. Abrahamse: “Het lijkt erop dat er meer ergernissen spelen onder de jongere generatie. Wellicht komt dit doordat zij minder contact maken met hun buurtbewoners. Waar nieuwe bewoners zich vroeger altijd even kwamen voorstellen, zie ik dat tegenwoordig steeds minder gebeuren. Zonde, want als je elkaar kent loop je sneller even langs om iets te bespreken vóór het een beladen onderwerp wordt. Naast het koopproces ligt ook hier dus ruimte voor verbetering.”